vrijheid

Kindertehuis Sint Maarten was een open tehuis. Ik ging naar school, lopend door het park of op de fiets. Ik zat een blauwe maandag op voetballen. Was lid van een Welpen Club en later  heel even bij de Verkenners.

We schreven een toneelstuk en voerden die op. We vierden sinterklaas. Van Kerst en Oud en Nieuw heb ik geen beelden. We zijn in de zomer in Noordwijkerhout geweest een of twee weken. Maar ook daarvan  heb ik geen beelden. Wel dat het heel stil was in de zomermaanden. Geen idee waar iedereen was.

Er was een pater die op het Tehuis de missen deed. Pater Pielage van de Montfortanen. Hij nam me soms mee naar hun huis/klooster/internaat (?) in Voorschoten. Daar was het ook stil. Zei dat ie dingen moest doen en ik wandelde rond in het park om het huis. Ik was gesloten en op een bepaalde manier had ik het gevoel dat ik ook niet te dichtbij moest komen, te vertrouwelijk. In mijn archief zit een brief van hem. Gewoon ditjes en datjes. Misschien was het allemaal niet nodig.  Alleen, ik bleef vertrouwen op mijn intuïtie. Hij bleef aardig.

Bij zuster Engelmunda was je veilig. Er waren wel regels zoals slapen met je handen boven de dekens (?), gehoorzaam en stil op de trap naar de slaapzaal, bed afhalen en opmaken, je vuile ondergoed wassen op de cour, straf voor als je in bed had geplast, dat soort dingen. Als ze het niet meer aankon trok ze haar pantoffel en mepte de club in slagorde en stil.

Ook in Leiden was de groep grillig. Er was ruzie of een vechtpartij . Ik had aangegeven dat ik priester wilde worden naar het voorbeeld van Don Bosco en de zuster wees te pas en te onpas op mijn voorbeeldig gedrag. Dat had als gevolg dat ik met enige regelmaat in elkaar werd geslagen of in mijn kruis geschopt. En ik wilde helemaal geen voorbeeld zijn.

 

Ik herinner me niet veel van de lagere school in Leiden. Ik was er wel, zat bij het raam en keek afwezig naar buiten. ik weet, ik heb de vijfde klas twee keer gedaan. Ik herinner me de landkaarten, de plantjes die ik water gaf,   en had geen enkel contact van de andere kinderen.

We zijn op kamp geweest met de Welpengroep. Ik had twee strepen en was verantwoordelijk voor de groep. We hebben een prijs gewonnen omdat onze tent er altijd netjes bij lag, we het Maria beeld met vers groen en bloemen hadden versierd.

De prijs was een uitstapje naar een dierentuin. Ik ben de enige van het Kindertehuis, de andere jongens woonden gewoon thuis.